De Ouden spraken van zeven planeten die ze de “Zeven Heilige Planeten” noemden; ze werden als volgt genoemd: Saturnus, Jupiter, Mars, Zon, Venus, Mercurius en Maan.
Elk van deze zeven bollen is een lichaam zoals onze eigen aarde, daar ieder een zevenvoudige keten is, zevenvoudig van samenstelling; zes andere hogere bollen van fijnere en meer etherische stof bevinden zich boven de stoffelijke sfeer of bol. Alleen die bollen die zich op hetzelfde kosmische gebied van de natuur of van het Zijn bevinden, zijn fysiek voor elkaar zichtbaar. Wij kunnen bijvoorbeeld alleen de planetaire bol op het vierde gebied van ieder van de andere planeet- of sterrenketens zien, omdat wij ons zelf op het vierde kosmische gebied bevinden, evenals zij. Er bestaat een zeer belangrijke en uitgebreide reeks van mystieke leringen die met de Zeven Heilige Planeten samenhangen, maar het zou niet op zijn plaats zijn daarop hier in te gaan.