(Sanskriet). In het oude India iemand van de vierde of laagste kaste, sociaal en politiek gezien, die van de slaven uit de eerste beschavingen van Hindoestan in de Vedische of na-Vedische perioden.
De andere drie graden of klassen zijn respectievelijk de Brāhmana, of priester-filosoof, de Kshattriya, de bestuurderkoning, edelman en soldaat; en ten derde, de Vaiśya, de koopman en landbouwer. (Zie deze drie).