(Veldhoven 19.5.1963 - ).
Archeoloog-cultureel antropoloog, 1996-2000 als postdoc-onderzoeker verbonden aan de universiteiten van Amsterdam en Groningen, werkzaam binnen het Frisia-project. Sinds 2000 verbonden aan de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (nu RCE), o.m. als hoofd van de sector Kennis Erfgoed. Sinds 2003 bijzonder hoogleraar Monumentenzorg aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Was directielid cultuurhistorie van de Waddenacademie. Onder zijn leiding kwam de Nationale Onderzoeksagenda Archeologie (NOAA) tot stand. Gaf in zijn Frisia tijd samen met D. Gerrets leiding aan het ‘onderzoeksproject Noordelijk Westergo', waarbinnen steilkantenonderzoek te Dongjum (1989) en Peins (-Oost; 1999). Publicaties over o.a. vroege dijkbouw, het bewoningshiaat, het vroegmiddeleeuwse Friese koninkrijk (& Friese koningen) en metaaldetectie. Wrk.: e.a., Werk van eeuwen. Gesprekken met Tjalling Waterbolk (2015); e.a., ‘Metaaldetectie en het Friese koninkrijk, DVF LXXVIII (1998) 9-48; e.a., ‘Zoden aan de dijk. Kleinschalige dijkbouw in de late prehistorie en protohistorie van noordelijk Westergo', DVF LXXIX (1999) 7-74; ‘Het laat-Romeinse bewoningshiaat in het Nederlandse kustgebied en het voortbestaan van de Friezennaam', JVT 76-82 (2000) 14-75; e.a., De late prehistorie en protohistorie van holoceen Noord-Nederland, versie 2.0 (2009).
Zie: www.josbazelmans.nl.