Vanden,
*...ELEN, ow. gel. (ik vandde of vandelde, heb gevand of gevandeld), kraamvisites maken, eene kraamvrouw bezoeken.
*...ELING,
*...ING, v. (en), het bezoeken eener kraamvrouw, kraambezoek.
*...ELTIJD, VANDTIJD, m. (-en), tijd bestemd voor de kraambezoeken.