Gepubliceerd op 04-08-2020

Tintel, Tontel

betekenis & definitie

Tintel, Tontel, m. (-s), verbrand linnen waarmede men vuur maakt.

*-DOOS, v. (...ozen).
*-EN, ow. gel. (ik tintelde, heb getinteld), flikkeren, glinsteren; zachtjes prikkelen (van koude).
*-ING, v. het tintelen; geflikker; koude in de vingertoppen.

< >