† Paralogiseren, bw. gel. (ik paralogiseerde, heb geparalogiseerd), valsche sluitredenen maken.
*...LYSEREN, bw. gel. (ik paralyseerde, heb geparalyseerd), verlammen; ontzenuwen.
*...LYSIE, v. (...ën), verlamming; beroerte.
*...LYTISCH, bn. lam, verlamd; eener beroerte nabij.