Gepubliceerd op 04-08-2020

Leeren

betekenis & definitie

Leeren, bn. gel. (ik leerde, heb geleerd), onderwijzen, aanwijzen; voordoen (om te laten navolgen); onderwijs geven (in); zich oefenen (in), zich bekend maken (met); iets dikwijls overlezen om het uit het hoofd (van buiten) te kunnen opzeggen; zich de gewoonte van iets eigen maken; (fig.) noodzaken, verpligten; dat zal ik u wel -, daartoe zal ik u dwingen; wat zal men den dief -? hoe zal men hem straffen? hij kan mij niets - (geen nadeel doen). *-, o. het leeren, onderwijs; studie.

< >