Kwinkeleren, (B. ...EEREN), ow. gel. (ik kwinkeleerde, heb gekwinkeleerd), wild zingen der vogelen; (fig.) zingen, vrolijk zijn.
*...LEERDER, m., ...STER, v. (-s), die zingt.
*...LERING, v. het kwinkeleren.
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Kwinkeleren, (B. ...EEREN), ow. gel. (ik kwinkeleerde, heb gekwinkeleerd), wild zingen der vogelen; (fig.) zingen, vrolijk zijn.
*...LEERDER, m., ...STER, v. (-s), die zingt.
*...LERING, v. het kwinkeleren.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: