Blusschen, bw. gel. (ik bluschte, heb gebluscht), uitdooven door water; kalk -; (fig.) smoren; die brand is alweêr gebluscht, de zaak is verholpen.
*...ER, m. (-s).
*...STER, v. (-s).
*...ING, v. gmv.
Gepubliceerd op 04-08-2020
betekenis & definitie
Blusschen, bw. gel. (ik bluschte, heb gebluscht), uitdooven door water; kalk -; (fig.) smoren; die brand is alweêr gebluscht, de zaak is verholpen.
*...ER, m. (-s).
*...STER, v. (-s).
*...ING, v. gmv.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: