Situatie in een stamboom waarbij een kenmerk voor verschillende taxa dezelfde toestand heeft omdat die toestand terug gaat op de evolutionaire voorouder van de stamboom
Symplesiomorfie betekent letterlijk “gezamenlijk primitief”. Hierbij is “primitief” op te vatten als oorspronkelijk of voorouderlijk, niet noodzakelijkerwijze als klunzig of onderontwikkeld. Een symplesiomorfie heeft altijd betrekking op meerdere taxa (je wilt juist de overeenkomst tussen taxa aanduiden), terwijl een plesiomorfie (of plesiomorf kenmerk) een term is die op één taxon slaat. Symplesiomorfie staat tegenover synapomorfie (gezamenlijk afgeleid), een term die slaat op een overeenkomst die teruggaat op een evolutionaire gebeurtenis later in de stamboom.
Symplesiomorfieën in een bepaalde stamboom geven aan dat die taxa terecht met elkaar in de stamboom zitten omdat hun toestand overeenkomt met de voorouder. Maar dat hoeft niet te betekenen dat die soorten verwant zijn. Het is mogelijk dat een primitief kenmerk bij enkele ver van elkaar verwijderde soorten behouden is gebleven terwijl het kenmerk in de rest van de boom, bij meer verwante soorten, veranderd is.
Voorbeelden bij de evolutie van de mens zijn:
- Bipedalisme is een symplesiomorfie voor de homininen.
- De sagittale kam is een symplesiomorfie voor de Paranthropus-soorten.
- Het dragen van de testikels in een scrotum is binnen de mensapen een synapomorfie voor mens en chimpansee.
- Een hersenvolume van meer dan 1500 c.c. is een synapomorfie voor mens en neanderthaler.
Of een gedeelde kenmerktoestand opgevat kan worden als een symplesiomorfie of als een synapomorfie hangt af van de soort die als voorouder genomen wordt. De torus supraorbitalis is een symplesiomorfie voor de mensapen maar een synapomorfie voor apen van de Oude Wereld. Hij komt namelijk alleen bij mensapen voor.