Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 11-05-2020

Perifeer

betekenis & definitie

Niet centraal, aan de buitenkant, aan de oppervlakte, in de omgeving

De term perifeer wordt gebruikt voor orgaansystemen die een sterk centrum hebben (het hart, de hersenen), maar ook een uitgebreid netwerk door het hele lichaam. Vandaar dat men spreekt over het perifere zenuwstelsel en het perifere bloedvatstelsel.

Het perifere zenuwstelsel bestaat uit sensorische zenuwen, die informatie vanuit de zintuigen (oog, oor, smaakreceptoren, tastreceptoren) naar het centraal zenuwstelsel doorgeven en uit motorische zenuwen die spieren en inwendige organen innerveren. Een speciale positie bekleden de twaalf hersenzenuwen die direct uit de hersenen komen. De andere zenuwen komen uit het ruggenmerg.

De cellichamen van het perifeer zenuwstelsel liggen in het centraal zenuwstelsel (cerebrum, cerebellum, hersenstam en ruggenmerg) en verder verspreid in zenuwknopen (perifere ganglia). De ganglia in de retina van het oog worden ook tot het centrale zenuwstelsel gerekend.

Het zenuwstelsel is bij hogere dieren sterk gecentraliseerd. Bij ongewervelde dieren is er vaak meer autonomie voor perifere centra (bijvoorbeeld de thoracale ganglia van insecten die de poten en de vliegspieren innerveren). Bij eenvoudig gebouwde dieren zoals kwallen bestaat het zenuwstelsel geheel uit een perifeer netwerk.

Het perifere bloedvatstelsel is het deel van de circulatie buiten het hart en de grote bloedvaten. Het bestaat uit talloze grote en kleine arteriën en venen, waarvan sommige bijdragen aan de bloedsomloop met eigen contracties en met kleppen. Niettemin is de perifere bloedsomloop volledig afhankelijk van het hart als centrale pomp. De perifere bloedsomloop zorgt vooral in de kleine vaten voor veel weerstand, wat bekend staat als de perifere weerstand, die overwonnen moet worden door de druk die het hart uitoefent.