Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 04-08-2020

Open bloedsomloop

betekenis & definitie

Circulatiesysteem in een dier waarbij de zuurstoftransporterende vloeistof en de lymfe geheel of gedeeltelijk vrij door de lichaamsholte stromen, niet of slechts gedeeltelijk door bloedvaten

De open bloedsomloop staat tegenover de gesloten bloedsomloop, het systeem dat wij kennen van ons eigen lichaam en andere gewervelde dieren, waarbij het bloed gedurende de hele circulatie binnen de bloedbaan blijft. Maar een open bloedsomloop komt buiten de gewervelde dieren veel voor. De soortenrijke fyla Mollusca (weekdieren zoals slakken en mossels) en Arthropoda (geleedpotigen zoals kreeften en insecten) hebben een open circulatie, echter de Annelida (ringwormen) hebben een gesloten bloedsomloop. Er zijn ook dieren die in het geheel geen bloedsomloop hebben en waarbij de darm een transportfunctie heeft (Cnidaria, Platyhelminthes).

Dat zowel Chordata als Annelida en Cephalopoda (inktvissen) een gesloten bloedsomloop hebben suggereert dat dit ook het oorspronkelijke systeem was van de tweezijdig symmetrische dieren en dat de open bloedsomloop dus daarvan is afgeleid (apomorf is).

Een open bloedsomloop gaat altijd gepaard met de afwezigheid van een coeloom. De lichaamsholte van een dier met open bloedsomloop is een samenvoeging van de secundaire met de primaire lichaamsholte, van het coeloom met het blastocoel. De vloeistof die door de lichaamsholte stroomt bevat niet alleen zuurstofbindende moleculen (meestal haemocyanine) maar ook lichaamscellen en heet dan ook strikt genomen geen bloed maar haemolymfe.

De circulatie van haemolymfe wordt bevorderd door bewegingen van het lichaam (goed te zien aan het achterlijf van insecten) en door een hart aan de dorsale zijde. Bij grotere ongewervelde dieren met een actieve levenswijze zoals kreeften pompt dit hart het bloed via slagaders in de kieuwen en naar de spieren, waarna het vrijelijk de lichaamsholte in stroomt. Aders ontbreken.