Gepaarde zenuw die het strottenhoofd (larynx) innerveert, in de evolutiebiologie bekend om zijn merkwaardige verloop
De nervus laryngeus is een aftakking van de nervus vagus, de tiende hersenzenuw. Er zijn aan beide zijden twee strottenhoofdzenuwen. De nervus laryngeus superior loopt na de aftakking direct naar het strottenhoofd en reguleert de kanteling van het schildkraakbeen. De nervus laryngeus inferior daarentegen loopt met de nervus vagus mee door tot in de borstkas, krult zich links om de aorta en loopt dan weer omhoog, langs de luchtpijp. Deze zenuw heet daarom nervus laryngeus recurrens (teruglopende strottenhoofdzenuw). De rechter recurrens-zenuw loopt niet om de aorta maar om de ondersleutelbeenslagader. Beide teruglopende zenuwen innerveren spieren van de stembanden.
Bij operaties aan de halsstreek moet de chirurg attent zijn op de recurrens-zenuwen en die niet beschadigen.
Interessant is dat de onlogische omweg van de strottenhoofdzenuw bij alle zoogdieren voorkomt, ook bijvoorbeeld bij de giraf.
Het merkwaardige verloop is te verklaren vanuit de evolutionaire geschiedenis. De aorta en de ondersleutelbeenslagader zijn homoloog met de slagaders van de vierde kieuwboog van de vissen. Over die kieuwboog lopen ook zenuwen. Maar terwijl bij de vissen het hart dicht achter de kieuwen ligt is bij de zoogdieren het hart afgedaald in de borstholte. De kop is via een halsstreek beweeglijk aan de romp verbonden. De afdaling van het hart heeft de bloedvaten en de zenuwen van de vierde kieuwboog met zich mee genomen.
Het verloop van de nervus laryngeus recurrens is een evolutionair relict dat niet door natuurlijke selectie is gecorrigeerd en tegelijkertijd een sterk bewijs dat wij een gemeenschappelijke voorouder hebben met de vissen.