Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 30-05-2020

Milt

betekenis & definitie

Orgaan van de buikholte, onderdeel van het lymfestelsel maar opgenomen in de bloedbaan; belangrijk centrum voor de productie van antistoffen en opslag en afbraak van rode bloedcellen

De milt (Engels: spleen”) wordt in de embryonale ontwikkeling van de mens aangelegd als een mediaan gelegen ongepaarde structuur in het dorsaal mesenterium, het vlies waarmee de organen van de buikholte verbonden zijn met de rug. Rond dag 35 van de zwangerschap draait de maag een kwartslag om haar as, een beweging die de dorsale bocht in de maag naar links brengt en de aanvankelijk ventraal gelegen leveraanleg naar rechts; tegelijkertijd draait de milt naar links en het dorsaal mesenterium komt in een slinger te liggen.

De milt bestaat uit twee onderdelen, rode pulpa en witte pulpa. In de rode pulpa worden rode bloedcellen (erythrocyten) gevormd en opgeslagen; verouderde en beschadigde erythrocyten worden uit het bloed gefilterd en afgebroken, waarbij het ijzer hergebruikt wordt. De milt slaat ook grote hoeveelheden bloedplaatjes op. In de foetus is de milt het belangrijkste orgaan voor de vorming van erythrocyten, een functie die later overgenomen wordt door de lever.

De witte pulpa van de milt heeft een functie in het immuunsysteem. Het bestaat uit een grote hoeveelheid lymfocyten in de vorm van eilandjes (“peri-arteriole lymfatische schedes”, PALS) rondom de arteriën die de milt doorkruisen. Antigenen in het bloed worden herkend en kunnen een immuunreactie induceren waarbij antistof-producerende cellen gegenereerd worden. De milt is verantwoordelijk voor ongeveer 20% van de door het lichaam geproduceerde antistoffen.

De milt is aanwezig bij alle gewervelde dieren maar bestaat bij vissen vooral uit rode pulpa. Kennelijk was de milt oorspronkelijk een bloedvormend orgaan, waar later in de evolutie de immunologische functie aan is toegevoegd.