Mechanisme dat leidt tot verandering van allelfrequenties als gevolg van het feit dat bij de meiose één van de allelen zichzelf kopieert naar het andere chromosoom en zo de allelfrequenties vertekent
Meiosesturing (Engels: “meiotic drive”) is een vorm van gensturing (“gene drive”). Het is een niet-mendeliaanse manier van overerving waarbij een van de allelen van een locus onevenredig frequent overerft. Meiosesturing verandert de allelfrequenties zonder dat er sprake is van natuurlijke selectie en is dus een non-darwiniaans evolutieverschijnsel.
Tijdens meiose I liggen de verdubbelde chromosomen tegen elkaar aan in het equatorvlak van de cel. In deze situatie kunnen homologe sequenties “gecorrigeerd” worden door middel van een proces dat bekend staat als genconversie. In het geval van meiosesturing is dit asymmetrisch, dat wil zeggen dat één van de allelen steeds als template voor de correctie genomen wordt en zich dus kopieert naar het andere chromosoom. Het proces is op moleculair niveau enigszins vergelijkbaar met crossing-over. In beide gevallen begint het met dubbelstrengs DNA-breuken die hersteld worden.
De gameten die bij meiose II gevormd worden krijgen op deze manier voor een groot deel hetzelfde allel. Dit gebeurt met een zekere efficiëntie. Een heterozygoot Aa die normaal n gameten zou maken, evenveel van type A als van a, produceert bij meiosesturing nk gameten van A en n(1–k) van a, waarbij k, een maat voor het sturend effect, ligt tussen 0,5 (geen meiosesturing) en 1 (volledige sturing).
Meisosesturing staat in de belangstelling omdat het, vooral bij inzet van moderne genoomcorrectiesystemen zoals CRISPR-Cas9, potentieel een manier is om een hele populatie in een gewenste richting te veranderen, bijvoorbeeld muggen resistent te maken tegen de malariaparasiet. Fitness-kosten en de evolutie van resistentie belemmeren echter de verspreiding.