Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 03-03-2019

Ketellapper-analogie

betekenis & definitie

Beroemd beeld, opgeroepen door de Franse moleculair bioloog François Jacob, waarin exaptatie en historische contingentie gezien worden als kenmerkend voor het evolutieproces

Een ketellapper was een rondreizende handswerkman uit vroeger tijden die langs de huizen ging om allerlei reparaties uit te voeren aan huishoudelijke artikelen en metalen voorwerpen. Kenmerkend voor zijn werkwijze was dat hij dingen repareerde met de ijzerwaren die hij toevallig bij zich had. Hij lapte artikelen op zodat ze weer werkten; het ging er niet om ze zo goed mogelijk te maken. Het geluid van een ketellapper die een lekkende ketel repareerde met een klinknagel klinkt door in het Engelse klankwoord “tinkerer”.

Zo werkt evolutie ook, zei François Jacob (1920-2013), de Franse moleculair bioloog en Nobelprijswinnaar. Hij schreef daarover in 1972 een invloedrijk artikel in het tijdschrift Science. In zijn boekje “Le jeu des possibles” uit 1981 drukt hij zich als volgt uit (in vertaling): “Evolutie schept geen nieuwigheden. Ze werkt met datgene wat er al is, hetzij door een oud systeem te transformeren en een nieuwe functie te geven, hetzij door verschillende systemen met elkaar te combineren en zo een ander, complexer systeem op te bouwen.”

Het “ketellappergehalte” van de evolutie blijkt vooral uit de merkwaardige, vaak omslachtige en onlogische moleculaire veranderingen die ten grondslag liggen aan de evolutie van belangrijke fenotypes. Zo is de groei van ons brein bepaald door instabiliteit in de 1q21.1-regio van chromosoom 1 waarbij "in het wilde weg" genetisch geknutsel het uitgangsmateriaal leverde voor natuurlijke selectie (NOTCH2NL, SRGAP2, NBPF).

De nadruk die Jacob legde op het belang van historische toevalligheden (contingentie) past goed bij het begrip exaptatie, in 1982 geintroduceerd door Stephen J. Gould.