Encyclopedie van de evolutiebiologie

Prof. Nico M. van Straalen (2019)

Gepubliceerd op 03-11-2019

Keratine

betekenis & definitie

Eiwit dat een vezelige en taaie structuur geeft aan een weefsel en vooral voorkomt in oppervlaktestructuren (huid, haar, nagels)

Er zijn veel verschillende soorten keratines. Ze zijn in twee hoofdgroepen te verdelen: keratines met een hoog gehalte van het aminozuur cysteïne en keratines met een hoog gehalte aan glycine en tyrosine. Ze worden in het genoom gecodeerd door de genfamilie van KRTAPs (“keratin-associated proteins”).

Keratine of hoornstof is een belangrijk bestanddeel van de epidermis (opperhuid), die bestaat uit afgestorven huidcellen die geleidelijk afslijten. Keratine vormt ook het hoofdbestanddeel van haar en nagels. Sommige dieren hebben structuren rijk aan keratine zoals de hoorns van runderen en de baleinen van een walvis. Ook de schubben van reptielen en de veren van vogels zijn van keratine. De verschillende keratine-eiwitten geven een verschillende mate van hardheid aan het materiaal.

Vaak heeft men gedacht dat mutaties in keratinegenen de oorzaak zouden kunnen zijn van het gebrek aan lichaamsbeharing bij de mens. In 2008 is de evolutie van de KRTAPs over de zoogdieren helemaal opgehelderd. Het is een familie waarin veel genen gemuteerd zijn en niet meer functioneren, al zijn ze nog wel in het genoom te herkennen; het zijn pseudogenen geworden. Bij de mens gaat het om 21 van de in totaal 122 genen (17%). Maar dit percentage pseudogenen is niet veel hoger dan bij andere zoogdieren. Het bedraagt 14% bij de chimpansee, 16% bij de rhesusmakaak en 13% bij de hond. Alle zoogdieren hebben KRTAP-genen verloren.

Als er een relatie is tussen pseudogenisering van keratinegenen en de naaktheid van de mens dan zit hem dat in specifieke genen, niet in het totale aantal.