De eerste van de vier eons waarin de aardgeschiedenis wordt onderverdeeld, lopend van het ontstaan van de aarde, 4,6 miljard jaar geleden, tot 4 miljard jaar geleden
De aarde werd net als de andere planeten van ons zonnestelsel gevormd vanuit een accretieschijf: een rond de zon draaiende schijfvormige wolk van gas en stof waarin op gezette afstanden materie condenseerde tot planeten. Alle planeten van het zonnestelsel hebben dus dezelfde ouderdom (4,6 miljard jaar). Dit geldt ook voor de meteorieten (“vallende sterren”), brokstukken uit de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter die in het zwaartekrachtveld van de aarde gekomen zijn. Uit meteorieten is geen informatie af te leiden uit de tijd vóór het ontstaan van de aarde.
Tijdens het Hadeïcum is ook de maan gevormd. Het meest aannemelijke scenario is dat de maan een gevolg is van een hevige botsing van de aarde met een andere planeet ter grootte van Mars. Bij die botsing is een deel van de materie uit de aarde geslingerd en als maan rond de aarde blijven draaien. Onze maan is groter dan de manen van andere planeten, die ingevangen meteorieten zijn.
Vanwege de hoge temperatuur was de aarde in het Hadeïcum ongeschikt voor het leven. Ook na het ontstaan van een aardkorst was het oppervlak nog waarschijnlijk lange tijd onbewoonbaar vanwege enorme vulkanische activiteit. De atmosfeer bestond uit vulkanische gassen, zonder zuurstof.
De eons volgend op het Hadeïcum zijn Archeïcum, van 4 Ga BP tot 2,5 Ga BP (Ga BP = miljard jaar voor heden), Proterozoïcum (vanaf 2,5 Ga BP tot 541 miljoen jaar geleden) en Fanerozoïcum, van 541 Ma BP tot nu.
Hadeïcum (Engels “Hadean”) is afgeleid van het oud-Griekse woord hades, onderwereld.