Patroon van aantalsveranderingen bij planten en dieren in het veld als functie van het seizoen; de studie van die aantalsveranderingen
In de gematigde streken waarin temperatuur en neerslag sterk seizoensafhankelijk zijn hebben veel dieren en planten een kenmerkende periode waarin ze hoofdzakelijk voorkomen. Diapause, migratie en voortplanting zijn vaak sterk seizoensafhankelijk en daarmee de aantalsdynamiek. Een organisme neemt een kenmerkende “temporele niche” in. Tegelijkertijd is deze niche onderworpen aan evolutie.
In de eerste plaats kan de temporele niche van een soort beïnvloed worden door concurrentie met ecologisch verwante soorten. Door competitieve exclusie kunnen soorten gedwongen worden zich op een bepaald tijdsvenster te concentreren. Dit is een vorm van nichedifferentiatie die waargenomen wordt bij vlinders. De temporele niche van insecten wordt sterk bepaald door het temperatuurregiem. Als de temperatuurafhankelijkheid van de ontwikkeling vastligt zal een insect in het seizoen op een voorspelbaar moment verschijnen. Door evolutionaire veranderingen in de temperatuurrespons (bijvoorbeeld afname van de activatie-energie van stofwisselingsenzymen) kan de temporele niche van een soort verschuiven.
In de tweede plaats is er evolutie in de timing, d.w.z. de aanpassing van de levenscyclus aan de beschikbaarheid van het juiste voedsel. Vogels die in het voorjaar broeden moeten ervan verzekerd zijn dat er dan voldoende voedsel voorradig is om de jongen te voeden. Door klimaatverandering zijn de temporele niches van insecten aan het verschuiven waardoor voor insectivore vogels een fenologische “mismatch” dreigt, die werkt als selectiekracht. Zo is bijvoorbeeld voor de bonte vliegenvanger aangetoond dat over een tijdspanne van 21 jaar de eileg met 11 dagen vervroegd is, waarschijnlijk door aanpassingen in het fotoperiodische klokmechanisme.