Voorgesteld vierde domein van het leven, naast bacteriën, Archaea en eukaryoten, nu beschouwd als onderdeel van de Archaea
De Amerikaanse evolutiebioloog James Lake stelde in 1984 voor dat de boom van het leven, naast de al eerder beschreven Archaebacteria, Eubacteria en Eukaryota nog een vierde domein omvatte, dat hij Eocyta noemde. Zijn voorstel was gebaseerd op de structuur van de ribosomen van zwavel-afhankelijke prokaryotische micro-organismen zoals Thermococcus, Desulfurococcus en Sulfolobus. De ribosomen van deze organismen, bekeken onder de elektronenmicroscoop, lijken sterk op die van Eukaryota. Hij plaatste daarom de Eocyta als een zustergroep van de Eukaryota, tegenover de Archaebacteria en Eubacteria.
Het voorstel van Lake werd niet algemeen gevolgd, vooral niet omdat het in strijd was met de drie-domein-theorie van het leven die in de jaren zeventig was voorgesteld door Carl Woese. Woese had ontdekt dat er naast bacteriën en eukaryoten nog een derde domein bestond, door hem genoemd Archaebacteria.
Later is uit DNA-onderzoek gebleken dat de Eocyta geen zelfstandige plaats verdienen buiten de Archaea. Tegenwoordig worden ze gezien als een superfylum binnen de Archaea aangeduid als TACK, een samentrekking van Thaumarchaeota, Aigararchaeota, Crenarchaeota en Korarchaeota. Eubacteria en Archaebacteria werden omgedoopt tot respectievelijk Bacteria en Archaea. De TACK groep is een zustergroep van de Asgard-Archaea, waaruit de Eukaryota evolueerden.
De term Eocyta leeft voort in de “Eocyta-hypothese”, die inhoudt dat er niet drie maar twee domeinen van het leven zijn, namelijk Bacteria en Archaea plus Eukaryota. De twee-domein-hypothese is consistent met het idee van Lake dat een deel van de Archaea meer verwant is aan Eukaryota dan aan andere Archaea. Archaea als zodanig is een parafyletische groep (een incomplete clade).