Verschijnen van nieuwe kenmerken of structuren door interactie tussen bestaande onderdelen waarbij de nieuwe eigenschappen van het geheel niet in de onderdelen herkenbaar zijn
Emergentie is een begrip uit de systeemtheorie. Het wordt vaak uitgelegd met de werking van een transistorradio: de losse componenten (weerstanden, condensatoren, spoelen en transistors) functioneren pas als radio als ze op een bepaalde manier met elkaar verbonden worden. De emergente eigenschap “radio” ontstaat door interactie van de onderdelen.
Soms wordt emergentie opgevat in de zin dat het geheel niet voorspeld kan worden uit de componenten, of meer is dan de som der delen, maar dat is niet de betekenis in de systeemtheorie; die gaat er van uit dat er een causale, reductionistische relatie is tussen de onderdelen en het geheel, die geanalyseerd en begrepen kan worden.
Ook voor grote evolutionaire vernieuwingen wordt het begrip emergentie gebruikt. Daarbij wordt meestal benadrukt dat grote innovaties niet veroorzaakt worden door natuurlijke selectie. Natuurlijke selectie is eerder een gevolg, namelijk kan pas werken nadat een nieuwe eigenschap is ontstaan. Volgens deze redenering moeten we om evolutie te verklaren allereerst emergenties begrijpen. De Amerikaanse fysioloog Robert Reid heeft dit standpunt systematisch uitgewerkt. Hij bekritiseert het darwinisme en stelt dat evolutie gedreven wordt door gebeurtenissen die nieuwe bouwplannen genereren zoals endosymbioses, macro-mutaties, orthogenetische ontwikkeling en fenotypische plasticiteit. Natuurlijke selectie werkt innovaties juist tegen. Zijn standpunt heeft echter weinig navolging gekregen.
Het begrip emergentie in de evolutiebiologie is verwant aan de ketellapper-analogie van François Jacob, aan het begrip exaptatie van Stephen J. Gould en aan het moderne begrip moleculaire coöptatie (zie de betreffende lemma’s). Het ontstaan van de eukaryoten door endosymbiose van prokaryotische voorouders is een van de sterkste voorbeelden van emergentie.