Versjteren - (Jidd. Dui. verstoren ‘verwarren’), in de war sturen; verstoren (van een prettige sfeer). Sinds begin jaren zeventig; voorheen Bargoens. Johan Cruijff gebruikte het woord al tijdens het wereldkampioenschap voetbal van 1974 m.b.t. de Volkskrant-journalist Ben de Graaf.
Als zo iets gebeurde, was zijn hele dag versjteerd. Sal Santen: Poste-restante Rood, 1986
Daardoor bleef Amsterdam aantrekkelijk voor mensen die thuis hun eigen ‘connection’ versjteerd hadden omdat ze te veel gepoft hadden of omdat ze de zaak verlinkt hadden. Vrij Nederland, 18-06-88
Het recht zijn kerst te versjteren had ik niet. Frans Pointl: De aanraking, 1990