Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 20-06-2017

Stadspas

betekenis & definitie

Stadspas - speciale kaart waarmee personen met een minimuminkomen reductie krijgen bij het bezoek aan theater, bibliotheek, zwembad enz. In 1989 in sommige gemeenten ingevoerd. De benamingen verschillen van plaats tot plaats: Rotterdam heeft het ketelbinkie, Groningen de stadjerspas, Utrecht de U-pas. → vakantieknip.

Bij de meeste theaters geldt de Stadspas pas vanaf één uur voor de voorstelling, zodat het reserveren van kaarten niet mogelijk is. En dan is de pas nog lang niet bij alle voorstellingen geldig. Het Parool, 03-02-90

Amsterdam kent al een tijdje de Stadspas. Volgens sommigen is dat de aflaat van gemeentebestuurders, die daarmee een plaatsje in de sociale hemel hopen te krijgen. De pas is bedoeld voor vijfenzestigplussers, de cliënten van de Amsterdamse Gemeentelijke Sociale Dienst en enkele andere groepen mensen met (zeer) lage inkomens. Het Parool, 22-08-92

< >