Stadsnomade - dakloze zwerver in een stad; persoon die, zonder vergunning, woont in een caravan of zelfgebouwd onderkomen op een braakliggend terrein in een stad; iemand die van afbraakpand naar afbraakpand trekt. → stadsvernieuwingsnomade.
Burgemeester en wethouders van Amsterdam willen onderzoeken of tijdelijk braakliggende terreinen in de stad voor stadsnomaden kunnen worden bestemd. Het Parool, 02-01-93
Maar in dat jaar besloot de gemeente dat ze ook bij coöperaties alleen nog woningen in de vrije sector konden krijgen. En daar deden coöperaties nauwelijks in. Dus zonnen de stadsnomaden, terwijl ze zich van tijdelijk adres naar tijdelijk adres verplaatsten, op andere mogelijkheden. HP/De Tijd, 09-04-93
Christine kreeg een belangrijk aandeel in Blanks stijlvolle portret van de Amsterdamse havenkade, die in de jaren twintig diende als transitplaats voor Oosteuropese migranten op weg naar Zuid-Amerika en tot 1990 fungeerde als vrijhaven voor een internationaal gezelschap stadsnomaden. de Volkskrant, 21-01-94
Misschien kunnen traditionele ‘asocialen’, stadsnomaden en radicale krakers dankzij een uitkering een geheel eigen levensvervulling vinden, maar vooral immigranten, hun kinderen en kleinkinderen willen er gewoon bij horen en meedoen. HP/De Tijd, 13-02-96