Shoarma - (Hebr. Turks), geroosterd en gekruid gerecht van (lams)vlees met groenten: een broodje shoarma. Het vlees wordt geroosterd aan een verticaal spit. Het eerste woordenboek dat deze term honoreerde, was Kramers (1981).
Via de Israëliërs heeft ons een ander Turks woord bereikt: ‘shoarma’. Shoarma is van een ander Turks werkwoord ‘çevirme’ afkomstig, dat ‘draaien’ betekent. Tijdens de Turkse overheersing van 1518 tot 1918 is dit gerecht, en daarmee ook het woord, in Palestina gekomen. De joden namen in Israël een groot deel van de Palestijnse keuken over en exporteerden het Palestijnse eten naar Nederland. Marlies Philippa: Koffie, kaffer en katoen. Arabische woorden in het Nederlands, 1989
Hoe meer groentezaken en winkels in kantoorbehoeften, hoe beter. Hoe meer coffeeshops en shoarmatenten, hoe slechter. Geert Mak: De engel van Amsterdam, 1992
Restaurants en cafés zijn er van trendy en duur - in ‘De Groene Lanteerne’, het smalste restaurant ter wereld kost de truffelsoep 27,50 gulden - tot shabby shoarma- en patattenten. Elsevier, 22-04-93
Leuke frisse lippen, niet geverfd. Als die ergens een shoarmatentje zou beginnen, zou ik er elke dag gaan eten. Margriet de Moor: Ik droom dus, 1993
Zes weken voor z’n aanhouding heeft Ali met drie andere Turkse jongens in het Duitse grensplaatsje Goch een shoarma-tent overvallen. Nieuwe Revu, 12-03-97
Zal de hier te lande gesignaleerde pizza met shoarmavlees en mayonaise voor menig Italiaan al een blasfemische gruwel zijn, voor chefkok Primo Pilaggi is zoiets een halsmisdaad. Oor, 22-03-97