Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 19-06-2017

Ruis (op de lijn)

betekenis & definitie

Ruis (op de lijn) - allerlei loze berichten of randinformatie waaraan men weinig of niets heeft. Meer algemeen: bezwaar, protest tegen bepaalde plannen. De uitdrukking wordt meermaals gebruikt wanneer de verstandhouding tussen twee partijen niet zo goed is en de communicatie moeizaam verloopt. O.a. gebruikt in de politiek en bij de politie.

In de vijf vakantieweken, waarvan dit de eerste is, neemt het ANWB-steunpunt dagelijks meer dan duizend telefoontjes in behandeling. De helft daarvan is ‘ruis’, zoals de medewerkers het uitdrukken; een man die huilend opbelt dat-ie een lekke band heeft, mensen die hun paspoort of fototoestel kwijt zijn. HP/De Tijd, 02-08-91

Ruis: Als iets niet helemaal naar wens verloopt, er zijn bijvoorbeeld bezwaren tegen een bepaald plan of een zeker voornemen, dan spreekt men van: ruis op de lijn. Dick Houw aart en Willem Breedveld: Bestuurder staal. 1991

Er worden bijvoorbeeld getuigen opgevoerd die beweren dat ze het meisje ergens hebben gezien waardoor allerlei andere mensen ook opeens met verklaringen komen die daarop lijken. Later blijken die beweringen weer niet te kloppen. Peter de Vries: ‘Dat is ruis die je in een politieonderzoek voor lief moet nemen.' Nieuwe Revu, 16-09-92

Het is een fraai staaltje van bewust lekken. Door deze informatie nu plotseling naar buiten te brengen, wil de BVD kijken of er ‘ruis op de lijn’ komt. Elsevier, 10-07-93

Hoofdcommissaris Jan Brand in Den Haag (regio Haaglanden - met 3750 mannen en vrouwen het derde korps van het land) is, zoals hij het zelf zegt, ‘ook om’. Brand: ‘Ik heb een poos gedacht dat het wel meeviel. Vergeleken met het buitenland is dat ook wel zo, maar er zit naar mijn smaak de laatste jaren toch te veel ruis op de lijn.’ Elsevier, 26-04-97 runner (Eng.), medicijn met hoge om/er, winstmarge (zie laatste citaat onder rugzak groothandel. Ook: een persoon die drugs vervoert, of die klanten naar drugsdealers brengt.

Cohen zegt dat dealers soms hun kinderen van drie, vier jaar inzetten als ‘runners’. Elsevier, 10-09-88

De runners op de Dijk hebben geen beste naam in de provincie. Vrij Nederland, 19-11-88

< >