Rippen - (Eng. to rip + -pen), beroven. → ripdeal, rippartij.
‘Schrijf maar op, de vrouwen rippen hier ook,’ schreeuwde een man me ooit toe. Sietske Altink: Handel in hartstocht. Het prostitutiebedrijf in Nederland, 1995
Alhoewel, ik heb nooit een oude mevrouw beroofd. Ik heb echt weleens iemand geript, maar geen oude vrouwen. Nieuwe Revu, 21-05-97