Ripdeal - (Eng.), oplichterij; criminele afrekening; i.h.b.: tijdens een drugstransactie de dealer met geweld zijn handel afhandig maken in plaats van hem te betalen.
Er zijn veel ‘rip deals’, waarbij de partij vlak voor de overdracht wordt gestolen. Elsevier, 06-02-88
... de uit de hand gelopen ‘ripdeal’, die in de Eerste Atjehstraat het leven kostte aan Dave Zwartjes. Het Parool, 24-02-90
Het duo besprak via de telefoon uitvoerig met wie moest worden ‘afgerekend’. Dit betrof ongehoorzame handlangers die zelfstandig ripdeals pleegden op hasjhandelaren. Nieuwe Revu, 06-11-96
Ripdeal. Oplichterij. Uitdrukking uit de criminele wereld; wanneer een drugsdealer geen geld krijgt, maar slechts een pistool onder zijn neus, wordt hij ‘geript’. Pieter Kort: Bisnisbabbel. Geheimtaal van het moderne zakenleven, 1996
Later belandde hij diverse keren in de gevangenis, onder meer voor ‘ripdeals’. Elsevier, 14-12-96