Oprotpremie - bedrag dat men krijgt wanneer men vertrekt; meer algemeen ook wanneer men stopt met een bepaalde activiteit. Meestal gebruikt m.b.t. gastarbeiders die teruggaan naar hun land van herkomst. Dit informele begrip werd voor het eerst gebruikt in 1982.
In geval van ‘industriële herstruktureringen’ en bedrijfssluitingen wordt een systeem van ‘vrijwillige herintegratie’ verdedigd. De zogenaamde oprotpremies zijn in de praktijk een fiasko gebleken. Knack, 23-01-89
Dirk Hoek stapt er te zijner tijd graag uit - als ie maar een leuke ‘oprotpremie’ kan beuren. Hij moet nog even geduld hebben. Over de vraag hoeveel de Nederlandse rondvis-visser voor het staken van zijn activiteiten krijgt, wordt de komende weken in het Haagse en Brusselse circuit beslist. In de officiële stukken heet het trouwens ‘sanerings-’ in plaats van oprotpremie. de Volkskrant, 26-05-90
In Engeland maakten honderden mensen gebruik van de daar gebruikelijke ‘oprotpremie’; ze meldden zich vrijwillig voor ontslag, en incasseerden drie tot vier maanden salaris. de Volkskrant, 29-11-91
De Vietnamezen kregen na de ‘Wende’ een oprotpremie van drieduizend mark per persoon. Nieuwe Revu, 04-09-92
Hartverscheurend: Richard Krajicek gaf zijn vader 1,7 ton ‘oprotpremie’ en stelde daarbij de dramatische voorwaarde: ‘Pa, verdwijn voorgoed uit mijn leven.’ Nieuwe Revu, 27-12-96
Het begrip ‘oprotpremie’ deed zijn intrede en de SP werd racistisch genoemd. HP/De Tijd, 04-04-97