Dink(y) - (Eng. double income, no kids; naar anal. van yup(pie)), kinderloze dubbelverdiener; man of vrouw van een carrièrekoppel zonder kinderen; iemand met een inkomen en met een werkende partner. De term werd rond 1986 bedacht door trendanalisten.
Inge, zevendejaars rechten, sluit echter niet uit dat de hang naar elitair vertoon weer in zwang komt in dit door yuppies en DINK (Double-Income-No-Kid)’s gekleurde tijdsgewricht. Haagse Post, 20-08-88
Hij vertrouwt erop dat zijn organisatie het exclusieve gezelschap blijft van ‘yups’, directeuren, ‘dinky’s’ en zakenreizigers. Het Parool, 01-10-88
Dink (double income no kids: dubbel inkomen geen kinderen) interessante doelgroep voor reclame, bestaande uit kinderloze paren waarvan de partners ieder een eigen (hoog) inkomen hebben. Liesbetb Koenen en Rik Smits: Peptalk, 1992
Van de ‘Jordannezen’, zoals de leerlingen van 6V1 zichzelf noemden, vallen er zeven onder de categorie ‘dink’, vier anderen zijn doorgestoten tot de ‘betere’ banen. Elsevier, 26-06-93
De smaakmakers van de jaren tachtig, de yups, dinks, ultra’s, porno’s, en al die andere bonte vogels uit de stedelijke dierentuin, legden zich toe op het cultiveren van de eigen verlangens en het oppoetsen van de direct waarneembare buitenkant. Willem Pijffers: Zoeken naar nieuwe idealen. Het levensgevoel van de jaren negentig, 1993
De stereotiepe werknemer - de blanke man met een volle baan, een huisvrouw en twee kinderen - is op zijn retour. De nieuwe werknemer (m/v) die zijn plek gaat innemen, is geen yup (young urban professional), geen yiff (young, individualistic, freedomloving and few) en ook geen dinkie (double income, no kids). Malou van Hintum: Macha! Macha!, 1993
Dinky. Double income no kids. Goed voor de economie, goed tegen het bevolkingsoverschot. Vooral goed voor de fiscus. Vrij Nederland, 06-03-93