Dubbel - ambivalent, meest in verbindingen als ergens dubbel in zijn ‘ergens een tweeslachtige mening over hebben’; ergens dubbel tegenover staan ‘ergens een tweeslachtige mening over hebben’. De uitdrukking werd mogelijk voor het eerst gebruikt door Van Kooten en De Bie op zondag 28 september 1980, tijdens een sketch over een mannenpraatgroep. De heren stonden dubbel tegenover hun eigen en de andere sekse, zo vertelden ze. Aan de ene kant voelden ze zich medeschuldig aan de vrouwendiscriminatie, aan de andere kant wisten ze niet goed wat ze ertegen konden doen.
Hoe eenzaam ze zich ook voelen, zodra er een andere vrouw bij komt, is het opeens gewoner en is de aandacht weg. Daar zijn vrouwen heel dubbel in. HP/De Tijd, 10-10-97
Ik ben dubbel over hem. Enerzijds ben ik loyaal aan hem omdat hij in het verleden heel goeie dingen heeft gedaan als journalist. Maar tegenwoordig vind ik dat ie soms alle grenzen overschrijdt. Nieuwe Revu, 19-11-97