Coffeeshop - (Eng.), gelegenheid waar softdrugs verkrijgbaar zijn. De eerste coffeeshop droeg de naam ‘Mellow Yellow’, naar een hitje van Donovan, en werd in 1972 aan de Weesperzijde in Amsterdam geopend door Wernard Bruining, goeroe van de Nederwiet. Vanwege de misleidende benaming opperde de Nederlandse regering in 1996 het voorstel om dergelijke gelegenheden om te dopen tot softshops. Ook wel koffieshop.
Een aantal vrouwen maakte kennis met de prostitutiewereld doordat zij regelmatig in cafés of coffeeshops kwamen die in een buurt lagen waar prostitutie werd bedreven. Ton van de Berg, Maria Blom en Mr. A. de Graaf Stichting: Tippelen voor dope, 1987
Afgelopen zondagmiddag, vier uur. Een coffeeshop aan de Nieuwezijds Voorburgwal te Amsterdam. Elsevier, 20-01-90
De ervaring heeft geleerd dat coffeeshops over het algemeen weinig overlast veroorzaken. Elsevier, 05-05-90
Op de prijslijst van de Amsterdamse coffeeshops maakt ‘nederwiet’ maar een fraktie van het aanbod uit. De Morgen, 29-05-90
Geschilderde marihuanabladeren prijken op de ruiten van de hasjcafé’s, beter bekend onder hun schuilnaam ‘coffeeshops’. Nieuwe Revu, 12-12-91
In de Beethovenstraat kende ik een coffeeshop zonder eigen toilet. A.F.Th. van der Heijden: Onder het plaveisel het moeras, 1996
Een slaapstad vol vertier, een metropool zonder misdaad en foutparkeerders, een havenstad zonder tippelzone of coffeeshop. Elsevier, 01-03-97