Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 06-06-2017

Bovenbaas

betekenis & definitie

Bovenbaas - informele benaming voor degene die in een bepaalde tak, een bepaald bedrijf de touwtjes in handen heeft. Term van striptekenaar Marten Toonder; zijn boek De bovenbazen verscheen voor het eerst in 1963.

Er is zo een team ontstaan, het ‘monobilinguaal beleidsteam’, de bovenbazen in de lexicografie. Het Parool, 23-08-86

Ik heb later de beelden teruggezien en ik zag er niets bijzonders aan af, maar in Hilversum, bij de bovenbazen, rinkelden op dat moment alle bellen. Mart Smeets: Stoempen, snot en sterven, 1991

En wat ook niet meevalt, is de hiërarchie in de bedrijven. De bazen en de bovenbazen op de werkvloer. de Volkskrant, 23-10-91

Je hebt dus bazen en bovenbazen en vooral ook veel voetvolk. Nieuwe Revu, 20-02-92

Deze verkwisting is nog niet genoeg, vonden de politieke bovenbazen. Algemeen Dagblad, 30-10-93

< >