Blauwe blazer - hoge piet, voornamelijk in de voetbalwereld; sportbestuurder; bobo. De term is eind jaren tachtig opgekomen.
Weer een nieuwe organisatie erbij. Een zootje blauwe blazers die een paar keer per week bij elkaar komen. Youp van ’t Hek: Niks spel, knikkers, 1989
Cultureel voel ik me daar ook niet thuis, de blauwe blazer. Vrij Nederland, 02-03-98