Aura - (Lat. ‘lucht, wind’), figuurlijk gebruikt in de betekenis ‘uitstraling; sterke indruk’. Voorbeeld: een aura van gezag.
Sportbeoefening wordt in toenemende mate omringd met een aura van zelfverwerkelijking... Elsevier, 51-05-97
Als artiest heb je al een dubieuze aura - wat dat betreft kijk ik dubbel uit. HP/De Tijd, 18-07-97