Betekenis wetenschappelijke naam:
zij die bij de storm horen.
De tot deze familie behorende vogelsoorten leven voornamelijk op de Atlantische Oceaan en worden meestal langs de Nederlandse kust waargenomen nadat ze er door een storm naar toe zijn ‘gewaaid’. Destijds zei men dan dat hun komst storm voorspelde of daarmee samenhing.
Enige soorten dragen de genusnaam Puffinus, het gelatiniseerde Engelse puffing = blazend (paffend). De vogels hebben een neusbuis en blazen daardoor het overtollig zoutvocht weg van het binnen gekregen zeewater. Vroeger hanteerde men wegens die buis de naam tubinares.
Een Puffin(g) was aanvankelijk een ‘vetzak’ en had betrekking op de vette nestjongen van o.a. de Noordse Pijlstormvogel, die door de mens werd gepakt voor de consumptie. Ook stak men wel een lont door een dode vogel heen en die bleef vanwege het vet een tijd branden en fungeerde zo als lamp. Overigens is Puffin later de Engelse naam geworden voor de Papegaaiduiker.