Nederlandse vogelnamen en hun betekenis

Henk Blok en Herman ter Stege (2020)

Gepubliceerd op 11-06-2020

RUIGPOOTBUIZERD – Buteo lagopus

betekenis & definitie

Duits : Rauhfussbussard

Engels : Rough-legged Buzzard

Frans : Buse pattue

Fries : Rûchpoatmûzefalk

Betekenis wetenschappelijke naam:

‘buizerd’ met hazepoten.

In tegenstelling tot de ‘gewone’ Buizerd zijn de poten van deze soort tot op de tenen bevederd. Dit verklaart zijn naam. Een variant is de volksnaam Ruwpootbuizerd. Hij is ook vermeld als Langpotige Buizerd.

In de oudheid werden Buizerden beschouwd als een valkesoort. Iets daarvan klinkt door in bovenvermelde Friese naam en in de namen Ruigpotige Muizenvalk (Lb) en Ruchpoatfalk (Fr). Deze namen tonen tevens aan dat kleine knaagdieren als muizen zijn prooi zijn.

Een tweetal namen in verband met het noordelijke broedgebied van deze roofvogel zijn Deen (NB, ZBW) en Laplander (NH, ZH). Bij de naam Deen moet gedacht worden aan streken in Noorwegen en Zweden, destijds delen van het Deense Rijk.

< >