Duits : Höckerschwan
Engels : Mute Swan
Frans : Cygne tuberculé
Fries : Knobbelswan
Betekenis wetenschappelijke naam:
witte zwaan (achtergrond onbekend).
Door de zwarte knobbel op de oranjerode snavel onderscheidt de Knobbelzwaan zich van de andere, geelsnavelige zwanen. Vooral tijdens de paartijd is deze verdikking bij het mannetje sterk gezwollen en is zijn bek nog roder gekleurd. Het is erg moeilijk verschillen te zien tussen zuiver wilde Knobbelzwanen, afkomstig uit het noorden van Europa en tamme of verwilderde soorten, die bij ons op sloot en plas het gehele jaar door voorkomen. Een voor die laatste soort toepasselijke naam is het Friese Nuete Swan of Njute Swan dat tamme zwaan betekent.
Een andere Friese, stoer klinkende volksnaam is Aldfries. In de Duitse en Franse naam gaat het om de knobbel.
Dikwijls wordt de vogel Gewone Zwaan, of gewoon Zwaan, Zwane, Swan en Swaon (Gr) genoemd.
Een tweetal kleuraanduidende namen zijn Roodbekzwaan en Zwartpoter (Ree). Hoewel de zwaan volgens de Engelse benaming ‘stom’ zou zijn, produceren de weliswaar zeer zwijgzame vogels soms toch sissende en grommende geluiden, vooral in tijden dat de vogels jongen hebben. Opvallend is het ‘zingende’ geluid van hun vleugels als de vogels op de wieken gaan. Vermoedelijk voeren sagen over ‘zwanenzang’ en ‘zingende zwanen’ op deze opmerkelijk ‘muzikale’ wiekslag terug.
Het indrukwekkende en statige voorkomen van de Knobbelzwaan heeft Tsjaikowski geïnspireerd tot muziek voor het prachtige ballet ‘Het Zwanenmeer’ en maar liefst 11 gemeentebesturen in ons land er toe doen besluiten de zwaan op het gemeentewapen af te beelden. Bovendien sieren twee ruggelings geplaatste Knobbelzwanen als versiering het bekende Friese driehoekige ‘ûleboerd’ (= uilebord) op de uiteinden van schuur of boerderij.