Vooral in toepassing op personen, wier levensgeesten verteerd zijn, hetzij door ouderdom, hetzij door uitputtende losbandigheid; maar ook wel gezegd van eene platte beurs, een ledige flesch, enz.; [i]Ndl.
Wdb.[/i] X, 113 en vgl. no. ‘De lamp hangt (of staat) scheef (schuins of voorover)’. Vgl. voor de 16de eeuw Roode Roos, 82: Daer schuylt vry noch oliken in ons lampe; verder De Brune, 210; 467; Van Effen, Spect IV, 40; XII, 88; Halma, 386: Daar moet oli, dat is, daar moet geld wezen; Harreb. II, 4. Hiernaast ik heb geen olie meer in de lamp, de flesch is leeg (zie [I]S.M.[/I] 95: Zou je nou niet nog 'n beetje olie in de lamp willen doen, 'k heb Toon niet eens meer kunnen inschenken; M.z.A. 184: Anneme.... o ben je daar al.... en op zijn flesch wijzend: 'k heb geen olie meer in de lamp, breng me reis wat te drinken); olie op de lamp doen, d.i. drinken (Uit één pen, 55); zijn lamp van olie voorzien (o.a. Zondagsbl. v.h. Volk, 1905, p. 39: Als de een of ander in Maastricht was geweest en zich daar een hoop nieuws had laten vertellen door de diverse kasteleins, waarbij hij zijn lamp van olie had voorzien); vgl. ook muntolie, geld. In Zuid-Nederland: dat is olie in mijn lamp, dat is koren op mijn molen; daar moet olie wezen, daar moet geld zijn (Harreb.
II, 133; Schuermans, 416 a; Bijv. 213; Antw. Idiot. 869; Rutten, 156); daar is geen olie in de lamp, geen geld, geen drank (Antw. Idiot. 1921); fri. oaljeyn 'e lampe ha, geld in de beurs of verstand in het hoofd hebben; eng. the light is out, er wordt niet meer geborgd; to get a light ata house, ergens crediet hebben. Syn. is in Zuid-Nederland: er is geen zaad (of peper) meer in 't baksken (Joos, 83). Vgl. fr. il n'y a plus d' huile dans la lampe, zijne krachten zijn uitgeput; remettre de l'huile dans la lampe, iemand weer op kracht doen komen; hd. es ist kein Oel in seiner Lampe mehr; einen auf die Lampe gieszen. drinken; nd. enen up de Lamp gêten odernehmen (Ten Doornk. Koolm. II, 466); zu viel auf die Lampe gieszen, te veel drinken.