(geb. 1936) Ned. dichteres en schrijfster. Verbleef tijdens de oorlog in een Japans kamp op Sumatra (beschreven in Een hachelijk bestaan 1974) en kwam in 1946 naar Nederland.
Publiceerde poëzie: Met huid en hand 1959, Binnen en buiten 1968; romans: Morgen mooi weer maken 1957, Eindeloos 1961, Oorlog en liefde 1963, Onze eeuwige honger 1973, Eindeloos en verder 1975, September 1979, Van jou houd ik 1982; jeugdboeken en een reisverhaal (Mijn reis 1981). Over de verschillende fasen in een vrouwenleven gaat de 'trilogie' bestaande uit: 13, een meisjesboek 1976, Eindelijk mezelf 1977 en Over 1980.
