(1909-1982) VI. schrijver en dichter, was leraar en redacteur van o.m. 'Golfslag' en 'De Tafelronde'. Schreef aanvankelijk religieuze belijdenislyriek.
Vanaf 1950 echter ontwikkelde hij zich tot modernist en avantgardist en publiceerde experimentele, later concrete (w.o. geëngageerde visuele) poëzie, bijv. in Zimprovisaties 1968. Andere bundels o.a. Atmosfeer 1939, Tussen twijfel en traan 1950, Grondbeeldig 1960, Explositieven 1966, Verbaal gelaat 1970, Poëzieën 1971, Maskers 1973. Autobiografische romans: Een kringloop. Kronijk van een gezin 1938 en Buiten de oevers 1969. Daarnaast vele essays en kritieken.