(1895-1972) VI. schrijver, was van 1936'60 werkzaam bij de Belgische Radio-omroep. Zijn werk bezit invloed van de 18e-eeuwse Franse literatuur en geeft blijk van een relativerende kijk op het leven. Hij debuteerde met de korte psychologische roman André Terval 1930. Die werd gevolgd door een verhalenbundel, Sheherazade of De literatuur als losprijs 1932. Zijn omvangrijkste en belangwekkendste werk is de tetralogie Mijn woningen (Het huis te Borgen 1950;
Het pakt der triumviren 1915; De haven 1953; Het mirakel der rozen 1954). Het zijn geromantiseerde memoires over de periode 1895-1945. Ander werk is nog de in de tijd van Alexander de Grote spelende novelle De verschijning te Kallista 1953 en Diogeentjes 1962, een bundel kritieken en essays.