Definities van Woordenboek Nederlands-Turks in de Ensie Z
- zelfde
- zelfdoding
- zelfingenomen
- zelfkennis
- zelfmoord
- zelfmoordpoging
- zelfoverschatting
- zelfrespect
- zelfs
- zelfstandig
- zelfstandigheid
- zelfstudie
- zelfverdediging
- zelfvertrouwen
- zelfverzekerd
- zelfzuchtig
- zemelen
- zemen
- zemen
- zendapparatuur
- zendeling
- zenden
- zender
- zending
- zendmast
- zendtijd
- zenuw
- zenuwachtig
- zenuwcrisis
- zenuwenoorlog
- zenuwinstorting
- zenuwslopend
- zenuwstelsel
- zerk
- zero
- zes
- zesde
- zestien
- zestiende
- zestienhonderd
- zestig
- zestigjarig
- zestigste
- zet
- zetel
- zetmeel
- zetpil
- zetten
- zeug
- zeuren
- zeurkous
- zeurpiet
- zeven
- zeven
- zevende
- zeventien
- zeventiende
- zeventienhonderd
- zeventig
- zeventigste
- zg.
- zich
- zicht
- zichtbaar
- zichzelf
- zie
- zieden
- ziek
- ziekbed
- zieke
- ziekelijk
- zieken
- ziekenauto
- ziekenbezoek
- ziekenhuis
- ziekenhuisbed
- ziekenwagen
- ziekenzaal
- ziekenzorg
- ziekmelding
- ziekte
- ziektekiem
- ziektekosten
- ziektekostenverzekering
- ziekteverlof
- ziekteverzuim
- ziektewet
- ziel
- zielepoot
- zielig
- zielsveel
- zien
- zienderogen
- zienswijze
- zigeuner
- zigzag
- zij
- zij 1
- zij-ingang
- zijaanzicht
