Definities van Woordenboek Nederlands-Turks in de Ensie S
- spreker
- sprenkelen
- spreuk
- spriet
- springen
- springlevend
- springplank
- springstof
- springvorm
- sprinkhaan
- sproeien
- sproeier
- sproet
- sprong
- sprookje
- sprookjesachtig
- spruit
- spruitjes
- spugen
- spuien
- spuit
- spuitbus
- spuiten
- spuitfles
- spuitje
- spul
- spuug
- spuwen
- squash
- Sr.
- sta
- staaf
- staak
- staal
- staal
- staaldraad
- staalhard
- staalkabel
- staalwol
- staan
- staand
- staanplaats
- staar
- staart
- staat
- staatkunde
- staatkundig
- staatsbedrijf
- staatsbelang
- staatsbestel
- staatsbezoek
- staatsburger
- staatscourant
- staatseigendom
- staatsexamen
- staatsgeheim
- staatsgevaarlijk
- staatsgevangenis
- staatsgodsdienst
- staatsgreep
- staatshoofd
- staatsinstelling
- staatskas
- staatslening
- staatsman
- staatsschuld
- staatssecretaris
- staatsvorm
- stabiel
- stabiliseren
- stabiliteit
- stacaravan
- stad
- stadhuis
- stadion
- stadionverbod
- stadium
- stadsbestuur
- stadsbus
- stadsdeel
- stadsgezicht
- stadskern
- stadsleven
- stadslicht
- stadspost
- stadsreiniging
- stadsschouwburg
- stadsvernieuwing
- staf
- staflid
- stafvergadering
- stage
- stagejaar
- stagiair
- stagnatie
- stagneren
- staken
- staker
- staking
- stakingsrecht
