NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Wylich, christoffel van (2)

betekenis & definitie

WYLICH (Christoffel van) (2), heer van Huet, Gronstein, Grubbenvorst en Lottum, raad en drost in der Hetter, overl. 1590, zoon van Otto (die volgt) en Elisabeth van Buderich, beschreven tot bijwoning der vergadering van het Overkwartier in 1555, werd 30 Juni 1557 als erfgenaam zijns vaders met de halve hooge heerlijkheid Grubbenvorst, met Baersdonck en Wamel beleend. De heerlijkheid Lottum, welke aan het St.

< >