VOS (Jacobus Marinus), geb. 8 Aug. 1840 te Amsterdam, waar zijn vader hoofd was eener bijzondere school, en overl. 14 Mei 1907 te Lochem. Ook hij wijdde zich aan het onderwijs, behaalde behalve de hulp- en hoofdakten nog die voor Fransch, Duitsch en Engelsch, teekenen en wiskunde L.O. en was inmiddels als secondantwerkzaam in de school van zijn vader. Daarna was hij eenige jaren hoofd der school te Hardinxveld en vervolgens eerste onderwijzer aan een openbare school te Amsterdam, tot hij in 1875 een particuliere school in deze stad overnam. Inmiddels behaalde Vos in 1873 een akte aardrijkskunde M.O. en in 1881 die voorgeschiedenis M.O. In 1882 werd hij benoemd tot leeraar in die vakken aan de gemeentelijke H.B.S. met 3-jar. cursus te Groningen. Hardhoorigheid was oorzaak, dat hij in 1901 deze betrekking moest neerleggen en zich metterwoon ging vestigen in Lochem.
Van Vos' geschriften vermelden wij: Van oude tijden tot heden. Geschiedenis van ons vaderland(1889; 11de dr. bew. door H. Hinse 1910); Feiten en toestanden, OverzichtderAlgem. gesch. (1900); Het verloren kistje, Hist.-romantisch verhaal (1904); Neerlands daden in Oost en West. Beknopt geschied- en aardrijksk. overzicht van onze overzeesche bezittingen en koloniën (1905); Verhalen uit de algem. geschiedenis (1907) en De daden van Michiel Adriaansz. de Ruiter beknopt verhaald (1907). Met zijn broeder, G.J. Vos Az., schreef hij Voorheen en Thans. Schetsen en tafereelen uitons volksleven en ons land. Geïllustreerd. (1898).
Zuidema