NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 06-05-2022

Stoppelaar, joan de

betekenis & definitie

STOPPELAAR (Joan de), geb. te Oudenbosch 31 Juli 1757, gest. te Gorinchem 3 Febr. 1800, uit een uit Vlaanderen geweken geslacht en zoon van den predikant Anthony en Anna Anthonet ta Rijcken, werd 17 Sept. 1781 predikant te Bunschoten, in 1782 te Schipluiden (waar hij 7 Nov. 1784 huwde met Susanna Olympia l'Ange), in 1785 te Steenbergen en 16 Aug. 1786 te Goes (bev. 19 Nov.), waar hij 29 Sept. 1788 hertrouwde met Johanna Constantia van Visvliet en vanwaar hij 10 Mei 1795 als predikant vertrok naar Gorinchem. Uit zijn tweede huwelijk is 25 Sept. 1789 te Goes geboren Pieter de St., advocaat en wijnkooper te Middelburg, waar hij ook wethouder en lid der Staten van Zeeland werd, 1 April. 1812 gehuwd met Johanna van der Huchten na haar overlijden in 1821 op 28 Nov. 1823 met Judina Adriana Leonarda de Haan, gest. in 1830, vóór zijn overlijden op 1 Mei 1853, doch hem nalatende Gerardus Nic. en Joh. Herman (II kol. 1383 en 1384). Van Joan de St. zijn na zijn overlijden door zijn ambtgenoot Adr. Mandt verschillende verzen uitgegeven, waaronder door kunstgenootschappen bekroonde, als: Nagelaten gedichten (Amsterdam 1801) waarin zijn portret.

Zijn portret is gegraveerd door J.C. Bendorp.

Zie: BoekzaalCLXX: 1 (1800) 204-6; ab Utrecht Dresselhuis, deHerv. gem. te Goes (ald. 1847) XXX-XXXI; de genealogie van het geslacht door Vorsterman van Oyen indiensStam-en WapenboekIII (Gron. 1890) 184-190 en Nagtglas, Levensber. van Zeeuwen II (Midd. 1893) 713-14.

de Waard

< >