NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Gepubliceerd op 11-05-2022

Schouten, leendert

betekenis & definitie

SCHOUTEN (Leendert) Hzn., geb. te Dordrecht 1 Jan. 1828, overl. 14 Juni 1905, zoon van den reeder en groothandelaar Huibert S., bezocht het gymnasium te Gorcum, liet zich 26 Sept. 1849 inschrijven als student aan de hoogeschool te Utrecht. Hij was predikant te Koudekerke (1854-57), Vianen (1857-62), Veenendaal (1862-63), Apeldoorn (1863-67), Harderwijk (1867-73), Rotterdam (1873-79) en Utrecht (1879 tot zijn emeritaat 1 Jan. 1895.

< >