MIDDELBURG (Bartholomeus van), minderbroeder, door Molanus genoemd B. Adriani v.M., geb. te Middelburg 24 Aug. 1484 en gest. te Utrecht 11 Apr. 1564.
Eerst voor den koopmansstand opgeleid, vertrok hij 30 jaar oud naar Leuven en promoveerde tot Magister artium. Te Amsterdam trad hij 1516 in de orde en werd waarschijnlijk in 1517 te Utrecht priester gewijd. Na zijn theologische studiën te Leuven voltooid te hebben verwierf hij zich weldra als prediker een grooten naam. In 1532 preekte hij te Brussel den Advent, in 1536 trad hij te Amsterdam op tegen de Wederdoopers. In 1540 werd hij naar Utrecht verplaatst, van 1551-1556 arbeidde hij wederom te Amsterdan, en verder tot aan zijn dood te Utrecht. Hier hield hij, 79 jaar oud, nog onder grooten toeloop de lijdensmeditaties. Op verscheidene plaatsen is hij gardiaan geweest, zeker te Amsterdam en te Utrecht en volgens Paquot ook te Middelburg. Zijn levenswandel was buitengewoon stichtend. Zijn preeken zijn niet in druk verschenen. Molanus heeft de eigenhandig geschreven preeken in 7 deelen gezien in de bibliotheek van het utrechtsche minderbroederklooster. Sedulius spreekt van drie deelen, waarvan het eerste, Sermones de adventu Domini, in 1620 onder hem berustte. De Sermones quadragesimales werden in 17e eeuw te Leuven bewaard. Floris van der Haer, kanunnik van Rijssel, bezat in 1634 drie deelen Conciones de Tempore et Sanctis, welke hem waren nagelaten door den utrechtschen priester Victor Schorel.
Door toedoen van zijn boezemvriend Hendrik Bommel, griffier der Staten van Utrecht, werd het lichaam des paters na drie maanden opgegraven en in een afzonderlijken nieuw-gemetselden grafkelder gelegd. Daarboven werd zijn afbeelding met een lofdicht van Adriaan van der Burch geplaatst.
Zie:Breidfeldt in ArchiefAartsbisd. Utrecht, XXVIII (1902) 301-315; Schoutens, Martyrologium Minoritico-Belgicum (Hoogstratae 1901) 62 en 103.
Hesse