LANGE (Hendrik Merkus), geb. te Amsterdam 2 Maart 1809, overl. te Hulst 3 Oct. 1861, kwam in 1823 als elève op de mil. school te Semarang, werd in 1826 cadet-ingenieur, in 1828 2e luit. derinf., in 1834 1e luit., 1837 kapt., 1843 maj., 1846 luit.-kol., in 1849 gep. Hij maakte van 1828-30 den Java-oorlog, in 1832 en 33 den
Padrioorlog (op Sum. W.K.) mede, en werd voor zijne daden bij den laatste benoemd tot R.M.W.O. 4e kl. Tijdens zijn verblijf op S.W.K. maakte hij zich voorts zeer verdienstelijk door het traceeren
van den weg, door de kloof van Anei, naar de Padangsche Bovenlanden. Na zijn terugkeer in Nederland werd hij benoemd tot rentmeester van het kroondomein te Hulst.
Van zijn hand verschenen: een vertaling der Mémoires surla guerre de l'Tle de Java (1833), onder den titel: Gedenkschrift van den oorlog op Java van 1825 tot 1830 door Jhr. F.V.A. Ridder de Stuers (Amst. 1847); Het eiland Banka en zijne aangelegenheden ('s Hertogenbosch 1850); Aanmerkingen op de vrijmoedige beschouwingen tegen het afstaan van de tinmijnen op Banka aan de particuliere industrie (ibid. 1850); Het Nederlandsch Oost- Indisch leger ter Westkust van Sumatra (ibid. 1852; id. 2e dr. 1854).
Kielstra